29 December 2017

Tamimi, de familie die het voorbeeld werd van geweldloos verzet tegen de bezetting

De familie Tamimi uit Nabi Saleh op de bezette Westelijke Jordaanoever stond de laatste weken in het centrum van de berichtgeving over het Palestijnse verzet tegen de Israelische bezetting. Voor Lisa Goldman zal de herinnering aan hen verbonden blijven met de ommekeer in haar denken over de joodse staat. Wij plaatsen een ingekorte vertaling van haar artikel in +972, ook omdat zij heel raak het geestelijke en het informatie-isolement beschrijft waarin het zionistische deel van Israels bevolking verkeert.

Jonathan Ofir gaat in zijn artikel op Mondoweiss.net dieper in op de schokkende discussies in de Israelische media naar aanleiding van de beelden van Ahed Tamimi en haar confrontatie met de militairen. Zijn artikel volgt hier na het artikel van Lisa Goldman.

 

In Nabi Saleh verloor ik mijn geloof in het Zionisme (Lisa Goldman)

(…)

In de voorbije dagen domineerde een korte video van de 16-jarige Ahed Tamimi die een Israelische soldaat sloeg niet alleen de Israelische media, maar ook internationaal werd hier veel aandacht aan gegeven.

(…)

[De weergave van de gebeurtenissen op de Israelische TV] legt de Achilleshiel van de Israelische media bloot – dat wil zeggen de bereidheid om communiqués van het leger als regelrecht nieuws te brengen, zonder de feiten te checken. Hoewel de Israelische veiligheidsindustrie ontelbare keren is betrapt op het verspreiden van leugens, publiceren journalisten die voor de belangrijkste mediakanalen werken, kritiekloos berichten over gebeurtenissen waar ze zelf niet bij waren en zonder onafhankelijk onderzoek naar het waarheidsgehalte van de ontvangen informatie.

(…)

Voordat ik Nabi Saleh begon te bezoeken, had ik al zo’n vier jaar op een afstandelijke wijze verslag gedaan van wat ik in Gaza en op de Westoever had gezien, omdat mijn, liberale, politieke overtuiging steeds meer naar links opschoof door wat ik ter plaatse waarnam. Maar in Nabi Saleh verloor ik de laatste restjes van wat ik zou noemen – bij gebrek aan een definitie om mijn nostalgisch verlangen naar het concept van een staat voor de joden te beschrijven – mijn Zionisme.

Mijn radicalisering was niet alleen het gevolg van het bruut geweld dat vlak voor mijn ogen plaats vond, gepleegd door soldaten uit het leger dat verondersteld werd mij te beschermen. Het was ook het gevolg van dat ik zag hoe de familie Tamimi week na week dit geweld moet verduren, hoe hun familieleden gewond, gearresteerd en gedood worden, en nog steeds niet tot de conclusie komen dat de prijs van hun verzet te hoog is. Ze weigeren simpelweg om zich gewonnen te geven.

Week na week verwelkomen zij, vriendelijk en gastvrij, bezoekers in hun huis. Niemand in Nabi Saleh heeft ooit een ideologisch politiek standpunt naar mij geuit. Dat hoefden ze ook niet te doen. De situatie is duidelijk; de acties van de Israelische regering en veiligheidstroepen in dat dorp waartegen ze zich, op welke manier dan ook, onmogelijk kunnen verdedigen. En dat is tegelijkertijd de bron van de kracht van de Tamimi’s – de wetenschap dat zij met ethische, geweldloze middelen vechten voor hun rechtvaardige zaak.

De Tamimi’s kennen duidelijk de kracht van social media. Maar zij fabriceren deze confrontaties niet. Integendeel, ik heb nog geen filmpje gezien waarin het geweld waarvan ik getuige was in Nabi Saleh ook maar enigszins benadert. Misschien moet je het traangas ruiken en zien hoe klein de plek is om te ervaren hoe buitensporig het optreden van de soldaten daar is: om, in de overtuiging dat ze in hun recht staan, een dorp binnen te vallen en een bijeenkomst van ongewapende demonstranten op te breken, deuren van huizen in te trappen en ongewapende personen, die geen enkele bedreiging vormen, weg te slepen en te arresteren; om om vier uur in de ochtend een huis binnen te gaan om een tienermeisje van haar bed te lichten en haar weg te voeren naar een gevangenis, waarbij haar het recht wordt ontzegd om een begeleider mee te laten gaan.

Ik weet zeker dat Ahed heel goed weet wat het effect van haar opvallende verschijning is. Ik weet zeker dat Bassem Tamimi weet dat zijn oprechte warmte en gastvrijheid meer harten en geesten doen winnen dan politieke lezingen. Zonder dat er geld mee is gemoeid en met opoffering van hun eigen lichamen en emotioneel welzijn vragen de Tamimi’s internationaal aandacht voor de honderden Palestijnse kinderen in gevangenissen, die geen blond haar hebben en een sterke, ondersteunende, familie moeten missen. Zij laten de wereld zien wat de bezetting concreet betekent voor mensen. Zij hebben mij laten zien wat volksverzet betekent.

Is Israel, met al het geld en menskracht dat het in gladde promotiecampagnes via social media steekt, werkelijk in een positie om kritiek te hebben op de Tamimi’s die weten hoe zij hun eigen zaak publiekelijk moeten bepleiten? Zoals de Israelische activist Jonathan Pollak in een interview in een veel bekeken nieuwsprogramma zei: De reden dat de filmpjes over Nabi Saleh een slechte kant van Israel laten zien, is omdat Israel slechte dingen doet.

 

We zouden ze een op een ander moment de prijs moeten laten betalen, in het donker, zonder getuigen en camera’s

Jonathan Ofir gaat in zijn artikel op Mondoweiss.net, dat we hier in verkorte vorm plaatsen, dieper in op de discussies in de Israelische media naar aanleiding van de beelden van Ahed Tamimi en haar 20-jarige neef Nour, die uithaalden naar de Israelische soldaten die in de tuin van hun familie stonden. Het feit dat Mohamed, de 15-jarige neef van Ahed, net daarvoor een rubberen kogel in zijn hoofd kreeg afgevuurd (en in coma gehouden) speelde nauwelijks een rol bij de berichtgeving door de belangrijkste media – de vernedering van de soldaten. Zoals een andere journalist het verwoordde: “De Israelische media hebben geen enkele aandacht geschonken aan een Israelische bruut die een kogel door het hoofd van een 15-jarige schoot. Zoals iedereen weet, zijn de dingen die dagelijks gebeuren geen nieuws meer. Niets te berichten.”

De discussie in Israel ging alleen nog maar over de vernedering van zwaar bewapende soldaten door een onverschrokken 16-jarig meisje en haar blote handen. Miri Regev, minister van Culturele Zaken zei tegen CBS News: “Toen ik dat zag, voelde ik mij vernederd, ik was verpletterd.” Ze vond het voorval “beschadigend voor de eer van het leger en de staat Israel.” In 2015, bij het zien van de beelden van een soortgelijk voorval vond Regev: “[…..]Het kan niet zo zijn dat onze soldaten op missie worden gestuurd aan handen en voeten gebonden. Het is gewoonweg schande!…We moeten onmiddellijk bevelen dat een soldaat die wordt aangevallen, kan schieten. Punt”.

In de Israelische media verscheen een scala van suggesties voor wat er met Ahed en andere meisjes zou moeten gebeuren. De minister van Onderwijs, Naftali Bennett suggereerde dat zij “de rest van hun leven in de gevangenis moeten zitten.”

Maar Ben Caspit, journalist van de Israelische krant Maariv, had een geslepener idee: “In gevallen zoals met deze meisjes, zouden we ze een op een ander moment de prijs moeten laten betalen, in het donker, zonder getuigen en camera’s”.

Wat zou deze prijs dan precies moeten zijn, gezien het feit dat hij het specifiek over tienermeisjes heeft? Het wordt aan onze eigen verbeelding overgelaten. Misschien wil hij het overlaten aan de verbeelding van de soldaten die hun huizen ’s nachts binnenvallen, en zich ervan verzekeren dat er geen camera’s aan staan.

Caspit feliciteert in zijn artikel de soldaten voor hun morele kracht, voor het niet gebruiken van geweld tegen deze meisjes – als het gefilmd wordt. “Er is geen maag die zich niet omdraait bij het zien van deze beelden”, waarbij hij natuurlijk refereert aan zionistische magen. “Ik, bijvoorbeeld, als ik in zo’n situatie verzeild zou raken, zou ik al lang vastzitten.”

[….]

Ook hier wordt het aan onze verbeelding overgelaten wat deze griezel precies zou doen, zeker in het geval dat hij weet dat er geen camera’s zijn. Caspit’s suggestieve woorden lijken op die van de minister van Defensie Liebermann, die tegen de Jerusalem Post verklaarde: “Iedereen die overdag tekeer gaat, zal in de nacht worden gearresteerd” en voegde daar aan toe dat: “alle betrokkenen, niet alleen het meisje maar ook haar ouders en iedereen daar om heen zullen niet ontkomen aan wat zij verdienen.”

Caspit prijst ‘de terughoudendheid’ van de soldaten en kan het nauwelijks geloven: “De strijders staan daar en tonen buitengewone terughoudendheid, reageren niet, verdedigen zich niet, spreken niet.” In dezelfde bewoording prees Peace Now de soldaten voor hun ‘terughoudendheid’ en het tonen van ‘’morele wilskracht bij een poging om Israels imago te bezoedelen.” Noot: dit is een uitspraak van Israelisch links.

Caspit schrijft verder: “Soms is terughoudendheid kracht, en in dit geval verdienen de strijders een eremedaille, een geen berisping. Om je in deze onmogelijke situatie terughoudend op te stellen is veel moeilijker dan om geweld te gebruiken, en zeker als de verbitterde vijand die voor je staat drie meisjes zijn die alles doen om maar ik elkaar geslagen te worden, waarbij ze goed weten dat als een gewapende strijder zogenaamde onschuldige meisjes ook maar met een vinger aanraakt, gebruikt zal worden als een dodelijk propaganda wapen in de eindeloze strijd op social media om zoveel mogelijk ‘likes’ te krijgen.”

Maar Orly Noy verplettert in +972 Magazine de mythe van de ‘goede soldaat’: “de twee soldaten mogen dan volgens hun geweten hebben gehandeld door te weigeren om Ahed Tamimi te slaan, maar het leger waarin zij dienen viel midden in de nacht het huis van de familie Tamimi binnen om Ahed te arresteren, en arresteerde vervolgens ook haar moeder die met haar dochter mee wilde naar het politiebureau. Met andere woorden: ongeacht hun goede bedoelingen begon en eindigde hun confrontatie met de Tamimi’s met geweld. Vanaf het moment dat zij hun uniform aantrokken hielden hun ethische beginselen op.”

[…]

Hoewel Caspit’s opmerkingen in de reguliere media niet onopgemerkt zijn gebleven, is er niet serieus op gereageerd. Maar het zijn niet alleen maar woorden. Het is te vergelijken met de uitlatingen vorig jaar door een voormalige Israelische persvoorlichter die voorstelde dat de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Margot Wallström de ‘Bernadotte behandeling’ (moord) verdiende, omdat zij de euvele moed had om te zeggen dat Israel wellicht een beleid van buitengerechtelijke moorden voert. Later zei hij daarmee niet bedoelde dat zij daadwerkelijk moest worden vermoord. Net als Calpit niet letterlijk schreef dat Ahed Tamimi in elkaar geslagen of verkracht moest worden. Over de details kunnen degenen die het uitvoeren hun fantasie de vrije loop laten “in het donker, zonder getuigen en camera’s.”

 de redactie

BDS Nederland op Twitter