27 November 2019

Interventie Israëlische ambassade in Nederlandse politiek mislukt

De Israëlische ambassade was actief betrokken bij een motie die de pro-Israël partijen in de Tweede Kamer in stemming brachten tegen het EU-etiketteringsbeleid. De indieners vroegen de regering in feite om zich niet te houden aan een uitspraak van de Europese rechter. De lidstaten moeten zich volgens de rechter houden aan hun eigen richtlijn: producten uit de nederzettingen in bezet gebied mogen niet worden geëtiketteerd als “afkomstig uit Israël”. Onder aanvoering van de Christen Unie riep de pro-Israël meerderheid in de Kamer (82 tegen 68 stemmen) de regering op om zich pas aan de Europese wet te houden als de problemen rond alle ‘omstreden’ gebieden in de wereld op soortgelijke wijze zijn opgelost. In goed Nederlands: als Pinksteren op Pasen valt, oftewel nooit. Het feit dat de meerderheid van ons parlement instemt met een motie die zo is geformuleerd dat iedereen weet dat zo’n moment nooit zal komen, en dat de regering gevraagd wordt zich pas op dat moment aan een rechterlijke uitspraak te houden, terwijl het niet om een flauwekulletje gaat maar om een van de meest serieuze problemen van onze buitenlandse politiek is eigenlijk heel droevig.

Het initiatief in de Tweede Kamer kwam van mensen die geloven dat Israël God’s lievelingsproject is en de steun kwam van de ambassade van dit bijzondere land. Deze pro-Israël actie was gelukkig niet effectief: de regering werd gedwongen om uit zijn schulp te kruipen en verklaarde de Europese politiek ten aanzien van de etikettering “te zullen blijven ondersteunen” en de betreffende richtlijn te zullen implementeren.

de redactie

Foto: wijn uit (o.a.) Hebron, ‘made in Israel’

BDS Nederland op Twitter