27 August 2015

Eerst wel, toen niet en dus uiteindelijk weer wel

De organisatoren van een Spaans muziekfestival hadden de uitnodiging aan de Joods-Amerikaanse rapper Matisyahu (artiestennaam van Matthew Paul Miller) ingetrokken vanwege zijn pro-Israëlische standpunten. Volgens de organisatoren van het Rototom Sunsplash European Reggae Festival annuleerden zij het optreden van deze artiest onder druk van de internationale BDS-Beweging.

Het Spaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde deze annulering en vervolgens bood de festivalleiding excuses aan en nodigde Matisyahu opnieuw uit.

Spaanse BDS-activisten ontkennen dat het besluit om Matisyahu’s optreden te annuleren ook maar iets te maken had met antisemitisme. Zij benadrukken dat zij bezwaar maakten tegen Matisyahu’s “aanzetten tot rassenhaat en zijn verdediging van Israëlische oorlogsmisdaden, wat in zijn teksten te horen is” en “zijn met haat vervulde en racistische opvattingen die Palestijnen verontmenselijken en hun onderdrukking rechtvaardigen.” 

De Spaanse mensenrechtenactivisten verklaarden:

Wij benaderden de festivalleiding als activisten die zich inzetten voor volledige gelijkheid en mensenrechten, ongeacht afkomst, en wij riepen hen op om het concert van Matisyahu dit jaar te annuleren. De redenen voor onze verontwaardiging hebben wij duidelijk uiteengezet in onze berichtgeving: zijn keer op keer herhaalde verdediging van Israëlische oorlogsmisdaden en grove schendingen van humanitair recht, zijn aanzetten tot rassenhaat, en zijn banden met extremistische en gewelddadige fundamentalistische groeperingen in Israël staan haaks op de principes van mensenrechten en vrede die de sfeer van dit festival bepalen.”

De activisten benadrukten ook dat, hoewel “de media dit verzoek heeft neergezet als onderdeel van de wereldwijde BDS-Beweging, wij duidelijk willen stellen dat onze acties buiten het kader vallen van de culturele boycot van Israël, volgens de richtlijnen opgesteld door de Palestijnse Campagne voor de Academische en Culturele Boycot van Israël (PACBI).”

Voorstanders van de boycot stellen dat, hoewel Matisyahu geen banden heeft met de Israëlische regering, hij méér heeft gedaan dan alleen verbaal steun geven aan Israël.

De Spaanse BDS-activisten onthulden dat Matisyahu’s tekstschrijver Ephraim Rosenstein een kolonist is die in een illegale nederzetting op de Westelijke Jordaanoever woont. Rosenstein heeft banden metHonenu, een Israëlische juridische organisatie die met geld van de Israëlische belastingbetaler de verdediging voert van terroristische kolonisten die gewelddadige aanvallen op Palestijnen uitvoeren om hun van hun land te verdrijven.

Op zijn Facebook-pagina beweert de muzikant dat hij niet is geïnteresseerd in politiek en schrijft: “Mijn muziek spreekt voor zich en ik stop geen politiek in mijn muziek.” Houdt deze bewering bij nader onderzoek ook stand?

Niet volgens Charles Manekin, hoogleraar Joodse Studies. Op zijn blog verdedigt hij het besluit om het optreden van Matisyahu te annuleren. Manekin verwijst naar een interview uit 2012, waarin Matisyahu anti-Palestijnse propaganda herkauwt en beweert dat “voor zover ik weet, er nooit een land heeft bestaan dat Palestina heette.”

Manekin wijst er ook op dat Matisyahu de hoofdact was op een ‘pro-zionistisch festival’ en schrijft verder dat op het hoogtepunt van Israëls aanval op de Gazastrook in de zomer van 2014, Matisyahu op zijn facebook-pagina een eenzijdige verdediging van de Israëlische acties in Gaza plaatste van de pro-Israëlische (hasbarita) zangeres Sara Merson.

Een artiest die zijn werk politiek heeft gemaakt, moet niet verrast zijn als hij daarop wordt aangesproken”, aldus Manekin.

Matisyahu mag zichzelf dan een apolitieke artiest noemen, de feiten wijzen uit dat dit zeker niet zo is. Afgelopen maart twitterde Matisyahu “I fucking love Israel. If you don’t then go suck on a lemon.

In april 2015 trad Matisyahu op op de AIPAC Conferentie. AIPAC (American Israel Public Affairs Committee) is de rechtse pro-Israël lobby organisatie in de Verenigde Staten, die beleggingen heeft in Israëlische staatsobligaties. (….)

De Palestijnse journalist en oprichter van de Electronic Intifada Ali Abunimah schreef dat het boycotten van Matisyahu niets te maken heeft met antisemitisme. Abunimah vermeldt dat Matisyahu in een artikel in de Washington Post in 2012 uitlegde dat hij “een groot supporter van Israël is” en dat hij vaak zijn muziek opgenomen en gespeeld heeft in Israël.

Verder onthult Abunimah dat Matisyahu zijn steun uitsprak m.b.t. het doden door Israël van 10 opvarenden van de Gaza Freedom Flottila in 2010. “Geen enkel ander land”, zo beweerde Matisyahuzou die zooi accepteren zoals Israël wel doet”.

Abunimah refereert ook aan het gastoptreden van Matisyahu ()op een benefiet gala van de pro-Israël groep Friends of the IDF (Vrienden van het Israëlische Leger). Zijn muziek is ook gebruikt in propaganda video’s van de Israëlische staat, zoals ‘Sunshine Across Israel’, dat gepost werd op een officiële Facebook pagina van de Israëlische regering. In de beschrijving van de video op YouTube wordt Matisyahu bedankt en er staat ook: “Bedank aub Israël’s Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het gebruik van deze video.”

(…..)

Voorstanders van de boycot wijzen op wat zij ervaren als het meten met twee maten en noemen daarbij dat in 1982, tijdschriften zoals de Rolling Stone kritiek hadden op musici en festivals die tegen een boycot van de apartheidsstaat Zuid Afrika waren.

De bekende Israëlische journalist Bradley Burston onderschreef onlangs de stelling dat Israël een apartheidsstaat is en de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsleider Desmond Tutu verdedigde de vergelijking tussen apartheid in zijn land en apartheid in Israël en zei “Ik weet uit eerste hand dat Israël een realiteit van apartheid heeft geschapen binnen zijn grenzen en in de bezette gebieden. De parallellen met mijn eigen geliefd land Zuid Afrika zijn pijnlijk groot.”

Tegenstanders van het boycot spraken hun bezorgdheid uit over het feit dat het besluit om Matisyahu te boycotten in tegenspraak is met de beginselen van BDS, omdat de oprichters van de BDS Beweging jaren geleden ondubbelzinnig verklaarden dat BDS gericht is tegen instituties en niet tegen personen. Op de BDS-website staat:

“…… In de BDS Verklaring van 2005 hebben Palestijnse maatschappelijke organisaties opgeroepen tot een boycot van Israël en zijn instituties en van internationale bedrijven die medeverantwoordelijk zijn voor het voortduren van de bezetting, de kolonisatie en apartheid, evenals van officiële vertegenwoordigers van de staat Israël en van zijn medeverantwoordelijke instituties. BDS roept niet op tot een boycot van personen omdat hij of zij Israëli is of omdat zij bepaalde ideeën uiten. Vanzelfsprekend staat het ieder individu vrij om te besluiten met wie hij/zij zich al dan niet wil verbinden. …..”

Tegenstanders zijn ook van mening dat de boycot van Matisyahu, die geen Israëli is, het vermengen van de begrippen Zionisme, Jodendom en Joods-zijn alleen maar verder in stand houdt – een vermenging die per slot van rekening antisemitisch is.

Voorstanders zijn het echter absoluut niet eens met dit argument, en benadrukken dat hun tegenstand tegen het optreden van Matisyahu niets te maken heeft met Jodendom of Joods-zijn.

Omar Barghouti, een Palestijnse mensenrechtenactivist en medeoprichter van de BDS-Beweging en van PACBI (Palestijnse Campagne voor de Academische en Culturele Boycot van Israël) verdedigde het besluit om deze zanger te boycotten.

Barghouti vertelde Mondoweiss dat het besluit om Matisyahu’s optreden te annuleren is genomen “vanwege het feit dat hij bekend is vanwege zijn aanzetten tot rassenhaat en zijn verdediging van Israëlische oorlogsmisdaden en schendingen van humanitair recht, en dat dit haaks staat op dit festival dat in het kader staat van mensenrechten.”

Matisyahu’s etniciteit, geloof en andere identiteitskwalificaties zijn absoluut niet ter zake doende in de campagne die mensenrechtenactivisten in Spanje zijn gestart tegen zijn show”, aldus Barghouti.

De volledige verklaring van Omar Barghouti is hieronder gekopieerd:

Human rights organizers in Spain have called on the Rototom festival to cancel an American singer’s show because of his record of hateful and racial incitement and his defense of Israeli war crimes and human rights violations, all of which directly contradict the human rights focus and spirit of the festival. What’s the fuss about?

Israel and Zionist groups in the US are trying to use the anti-Semitism smear to intimidate festivals, artists and businesses alike into maintaining an exceptional status for Israeli (and Jewish) violators of human rights or advocates of war crimes.

If a racist Catholic singer, say, regularly makes anti-Black statements, many African-American and other progressive groups would pressure festivals to exclude him on the basis of his hateful, discriminatory message. No one can blame the boycotters then of being “anti-Catholic.”

Was Rosa Parks “anti-white”? No, she was boycotting segregation and racism, irrespective of the identity of its perpetrators.

Similarly, if Swedish human rights activists, say, call for excluding a Muslim artist from a feminist festival because of his persistent support for Saudi Arabia’s horrific denial of equal rights for women, can anyone reasonably shout, “Islamophobia”?

Zionists are trying to make the argument that Jewish persons who advocate for or justify war crimes, express racial hatred, or incite to racist violence should be immune to criticism, simply because they are Jewish and because of the Holocaust; otherwise, it is anti-Semitism. This exceptionalism, other than being racist and absurd, directly feeds anti-Semitism.

Jewish offenders should be treated like all others, not better and certainly not worse.

Some of Matisyahu’s lyrics, so full of hate and denial of the very existence of the Palestinian people, are written by an Israeli settler living illegally on occupied Palestinian territory. This racist record directly contradicts the peace, human rights and justice principles and spirit of the festival.

Matisyahu’s ethnicity, faith and other identity attributes are absolutely irrelevant to the campaign waged by human rights defenders in Spain against his show.

The Palestinian Campaign for the Academic and Cultural Boycott of Israel (PACBI), the part of the Palestinian leadership of the global BDS movement that deals with the academic and cultural spheres, calls for boycotts against Israeli institutions that are complicit in Israel’s violations of international law, not against individuals.

Unlike the cultural boycott movement against apartheid South Africa, the Palestinian BDS movement does not call for boycotting individuals. This is not because individual Israeli artists or academics tend to be more progressive or opposed to injustice than the rest of society, as often mistakenly assumed or falsely argued without a shred of evidence, but because we are opposed on principle to political testing and “blacklisting.”

The BDS movement has consistently refrained from using McCarthyist tools in resisting Israel’s regime of oppression, despite, or because of, the Israeli lobby groups’ persistent resort to what I call a “new McCarthyism,” one that uses unconditional allegiance to Israel as the litmus test of loyalty.

According to the BDS guidelines for the international cultural boycott of Israel, “a cultural product’s content or artistic merit is not relevant in determining whether or not it is boycottable.” The boycott is based on institutional links to Israel, its lobby groups or complicit institutions.

But, the guidelines also state that [emphasis his]:

“While an individual’s freedom of expression should be fully and consistently respected in the context of cultural boycotts, an individual artist/writer, Israeli or otherwise, cannot be exempt from being subject to “common sense” boycotts (beyond the scope of the PACBI institutional boycott criteria) that conscientious citizens around the world may call for in response to what they widely perceive as egregious individual complicity in, responsibility for, or advocacy of violations of international law (such as war crimes or other grave human rights violations), racial violence, or racial slurs.  At this level, Israeli cultural workers should not be exempted from due criticism or any lawful form of protest, including boycott; they should be treated like all other offenders in the same category, not better or worse.”

I think it is perfectly reasonable for conscientious citizens in any country to oppose a performance by any bigot or someone who incites to racial hatred.

Dit is een vertaling van het artikel van Ben Norton dat 21 augustus 2015 werd gepubliceerd op Mondoweiss
Vertaling: Herma van den Brink

 

links:

BDS Nederland op Twitter