9 August 2016

DocP tegen TTIP. Waarom?

Vrijhandel

TTIP is een verdrag in wording tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. Het moet de handel tussen beiden vrijer maken. Er wordt door de EU tegelijkertijd ook onderhandeld over andere handelsverdragen met hetzelfde doel: het CETA-verdrag tussen de EU en Canada, een verdrag tussen de EU en Indonesië, eentje tussen de EU en Latijns Amerika (Mercosur), enzovoort. In totaal onderhandelt de EU over twintig verdragen met zestig landen. Over TTIP vindt de komende maanden de laatste onderhandelinsronde plaats. In Europa zijn de middenpartijen in het algemeen voor een meer vrije handel en de partijen op de linker- en rechterflank tegen. Er wordt heftig gediscussieerd – ook in de VS – over de voor- en nadelen. De VS is verreweg de sterkste onderhandelingspartner in deze wereld en dat maakt veel mensen bezorgd.

Haken en ogen aan TTIP

Zij maken zich bijvoorbeeld zorgen over de Amerikaanse neiging tot extra-territoriale jurisdictie. Dat wil zeggen, wetten maken waar ook niet-Amerikanen zich aan te houden hebben. Europa heeft bijvoorbeeld de grootste moeite om zijn standaards rond het gebruik van persoonlijke gegevens (privacy) gerespecteerd te krijgen. Anderen maken zich zorgen over standaards en normen rond genetische manipulatie (gewassen) en duurzaamheid (klimaatbeleid). Ook op het gebied van de internationale politiek is er reden tot zorg. Voorbeeld. Nu er met Iran een overeenkomst is over het atoomprogramma van dat land, dacht de EU dat de relaties weer hersteld konden worden. Maar, de VS hebben tegen Iran ook nog financiële sancties lopen, los van de atoomkwestie. Europese bedrijven zijn doodsbang voor die sancties: vanwege de ‘extraterritoriale werking’. Het is waarschijnlijk dat de Israëllobby en (volgens de verwachting) president Hillary Clinton die sancties als koevoet zullen blijven gebruiken om de druk op ‘ongehoorzame regeringen’ in deze regio in stand te houden. TTIP stijgt dus door de macht van de VS qua belang ver uit boven andere vrijhandelsverdragen.

DocP negatief over TTIP

Voor de Palestina beweging gaat het bij TTIP in het algemeen om de Amerikaans-Israëlische lobby die probeert een verband te leggen tussen antisemitisme en Israëlkritiek. Sancties tegen Israël zijn totaal onbespreekbaar terwijl die tegen Iran (dat Israël zou bedreigen) het eeuwige leven lijken te hebben. Voor de BDS beweging (Boycot, Desinvesteren, Sancties) en docP gaat het bij TTIP specifiek om het belemmeren van deelname door bedrijven aan de boycotbeweging. Het Amerikaanse Congres was daar eind vorig jaar duidelijk over.

36 Amerikaanse senatoren waarschuwden toen de EU tegen het nemen van een besluit om te verbieden dat producten uit de bezette gebieden worden verkocht met een etiket “herkomstland Israël”. Dat besluit is toen (in afgezwakte vorm) wel genomen door de Europese Commissie. In hun ‘dreigbrief’ legden de senatoren een verband met TTIP. Het politieke gewicht van de brief is groot, omdat het een brief van zowel Republikeinen als Democraten is.

Premier Netanyahu had al in september vorig jaar gedreigd: “we already have a historical memory of what happened when Europeans labeled Jewish products”. Hij doelt daarmee op nazi-Duitsland. De senatoren uitten nog een dreigement in hun brief dat de voorstanders van TTIP in Europa aan het denken moest zetten: ‘The senators also implied that the labeling initiative will lead to problems in advancing negotiations between the US and the EU aiming for a mutual cancelation of customs taxes, which the EU has long tried to push forward. They noted the legislation passed by Congress this year to discourage Europe from boycotting and sanctioning Israel.’ Bron: (http://jaffadok.nl/product-etiketten-vs-en-israel-contra-eu/)

Met deze dreigbrief van de 36 senatoren is voor de Palestinabeweging een tweede specifiek argument gegeven om negatief te staan ten opzichte van TTIP. Het eerste was er namelijk al: een stemming in Senaat eind vorig jaar, die de president min of meer dwong om in het TTIP-verdrag een artikel op te nemen, dat garandeert dat bedrijven (in Europa) niet een land (Israël) op politieke gronden kunnen boycotten (dwz, tenzij in het kader van een officieel sanctieregiem; bedoeld is: Amerikaans sanctieregiem zoals tegen Iran).

Niet onderschatten

Zoals bekend proberen diverse Amerikaanse staten anti-BDS wetgeving door te drukken. Op initiatief van de pro-Israël lobby. De beweging voor dat soort wetgeving zou een veel sterkere basis krijgen als op federaal niveau (door de regering in Washington) een TTIP-verdrag zou worden getekend met een anti-BDS artikel erin, dat in het Congres de status van wet krijgt. Om nog maar te zwijgen van het anti-BDS keurslijf dat Europa zich met zo’n TTIP aandoet.

De Amerikaanse campagne rond de presidentsverkiezingen heeft aan deze situatie tot nu toe niets veranderd. Dit najaar wordt het spannend. Obama is vóór TTIP maar heeft weinig tijd meer, Trump is tegen (dat heeft overigens niets met BDS te maken) en Hillary Clinton neigt naar uitstel maar kan nog alle kanten op.

BDS Nederland op Twitter